voor mijn vader

Het voorbije jaar is er zoveel gebeurd. Ik heb nieuwe mensen leren kennen en familie is terug in mijn leven gekomen. Het woordje familie heeft dan ook een hele andere betekenis gekregen. Vroeger bestond familie, naast mijn gezin, uit mijn zusje en mijn vriendin (en haar familie, o.a. mijn pittig, lief metekindje die zeker haar plaats zou opeisen)  die ik ook maar al te graag familie noem. Nu bestaat het plots, sinds een jaar uit heel veel mensen. Tantes, nonkels, neven, nichten, en daar de kinderen van. Een hele bende mensen, elk met hun eigen karakter, die zo goed samen hangen en elkaar echt helpen wanneer nodig. Broers en zussen die praten en van elkaar houden. ik zie voor de eerste keer waar ik mijn specifieke karaktertrekken van heb. Die karaktertrekken die mijn zonen en dochters ook hebben geërfd  Ik verzamel, heb moeite om iets weg te doen. Dat zit in de familie. Gelukkig is er de lieve echtgenoot, die alles weg gooit dus dat compenseert. Ik zie waar ik mijn vastberadenheid of anders gezegd pittigheid van heb, deze heeft de oudste dochter ook geërfd, net als het dochtertje van mijn nicht. Maar ik zie ook waar ik mijn zachtheid van heb, het zorgen voor iemand anders, het klaar staan. En zo zijn er wel meer goede en minder goede karaktertrekken. Allemaal omgeven door een hoop droge humor. Het is de familie die ik me herinner van mijn vaders kant, de familie die ik zo lang gemist heb en die na zoveel jaren behoorlijk uitgebreid is. En toch missen er dierbare personen, bv. mijn papa. Ik denk veel aan hem en denk dan ook op momenten dat heel de familie samen komt, dat hij er had moeten zijn. Dat hij daar op die lege stoel had moeten zitten met zijn kleinkinderen op zijn schoot. Ik vraag me dan af of hij fier zou zijn, fier op zijn kleinkinderen, fier op de lieve echtgenoot, zou hij fier zijn op mij? Zou hij zijn kleinkinderen net zo adoreren als de grootvaders die ik in mijn familie zie? Wanneer ik de bezorgdheid zie in de ogen van de grootvader om zijn kleinkind vraag ik me af hoe het zou zijn geweest. Soms fantaseer ik wel eens hoe het zou zijn als hij er was. vooral op momenten dat er iets gebeurt met mijn kindertjes. Zo kreeg de oudste dochter tijdens het spelen een ladder op zich en dan vraag ik me af hoe het zou zijn als hij er nog was. Zou hij ook naar haar toe spurten om haar te helpen en oppakken en dragen tot waar nodig? Zou hij bezorgt zijn? Eigenlijk weet ik het antwoord al wel, maar is het toch fijn en droevig tegelijk om er aan te denken. Ik mis hem en zoals iedereen wel weet, die iemand dierbaar heeft verloren, is dat gemis soms op die ene dag zwaarder dan op andere dagen. Ik ben alleszins blij dat ik hem af en toe wel nog kan zien, in de ogen van mijn tante, in de humor van mijn nonkel, in de zachtheid en de pittigheid van mijn familie. De familie waar ik thuis hoor. De familie die ik zo lang gemist heb. En eigenlijk is hij er wel, daar op die lege stoel, waar de oudste zoon rond loopt met een geweertje waar wij vroeger mee speelde terwijl de gekke nonkel grappen met hem maakt. In de ogen van mijn neef waar de jongste dochter zo gek van is (en hij ook van haar). In de gesprekken die de dochter voert met haar peetouders en in de liefde die mijn meter aan haar petekind geeft, de jongste zoon. En vooral is hij bij mij wanneer mijn tante die aan zee woont zegt tegen me, dank je, dank je wel dat je er bent!

ik met mijn papa:

1 opmerking:

Twee emmerkes water zei

ik begrijp helemaal wat je bedoelt...
virtuele knuffel