verhaaltjes en gedichtjes

PRINS POEPERDEPOE

Prins poeperdepoe had voor zijn verjaardag, hij werd negen, een prachtig autootje gekregen. Hij speelde ermee in het paleis in de gang, maar niet voor lang, want toen de lakei met een stapel beddengoed de trap af liep, zette hij zijn voet bovenop de auto en ZWIEP! Daar ging de lakei, hij viel pardoes bovenop een beddenhoes!
Potvolkoffieklontjes nog aan toe! Riep de lakei luid, Kijk toch uit, wat je doet! Ga ergens anders spelen met dat speelgoed!

En daar ging prins poeperdepoe met zijn auto naar de keuken toe. Hier kan ik rijden zonder gevaar! Maar dat dacht hij maar. Want toen de auto onder de tafel uit reed, kwam daar net de koninklijke kokkin met een ketel soep en die was erg heet! En ja hoor, daar liep de kokkin recht op de auto in! ZE zwenkte en ze zwaaide, ze struikelde en draaide en viel toen met haar poep midden in de ketel soep!
Potvolgroentensoep nog aan toe!Riep de kokkin luid, kijk toch uit, wat je doet, ga ergens anders spelen met dat speelgoed.

En daar ging prins poeperdepoe met zijn auto naar de woonkamer toe. Hier kan ik naar hartenlust rijden zonder gevaar! maar dat dacht hij maar. Want toen de auto onder de zetel uit reed, stofzuigde het dienstmeisje net het kleed. En omdat ze naar achteren liep, zag ze het autootje niet. Ze struikelde zo hard en vloog wel 2 meter omhoog en belande midden in de kamerplanten!
 Potvolkamerplanten nog aan toe! Riep het diensmeisje luid. Kijk toch uit, wat je doet! Ga ergens anders spelen mat dat speelgoed!

En zo ging prins poeperdepoe met zijn auto naar de tuin toe. Hier kan ik vast naar hartelust rijden zonder gevaar maar dat dacht hij maar! Want toen de auto door de koninklijke rozen reed, was daar de tuinman met zijn heggeschaar. Die schrok zo en knipte zowaar van het verschieten in zijn eigen haar. Hij viel daarbij met een krak middenin een bloemenbak!
Potvolrozestruiken nog aan toe! Riep de tuinman luid, kijk toch uit, wat je doet! Ga ergens anders spelen met dat speelgoed!

En zo ging prins poeperdepoe met zijn wagen naar het dorp toe. Hier zal ik toch wel kunnen rijden zonder gevaar, maar dat dacht hij maar. Want toen hij met de auto over de stoeprand reed, kwam er een vrouwtje die over de auto uitgleed, Ze graaide zich vast aan een statige heer en samen gingen ze hard neer. De bakker die kwam kijken naar al dat getier, struikelde met een zwier over de benen van de heer en kwam met een smak tegen de slager neer, die werd op zijn beurt helemaal met vuilnis besmeurt want hij viel met een knal midden in het afval!
Zo begonnen ze met hun vieren te roepen en te tieren!

Prins poeperdepoe liep toen vlug helemaal naar het paleis terug. Hij was erg verdrietig, dat kan je wel geloven, en liep zo helemaal naar boven. Hij verstopte zich bang in de kasteeltoren, zodat hij niemand meer zou storen!

Ondertussen in het paleis, was iedereen van de wijs!
Ooooooh riep de koningin waar is mijn kleine zoon, er is iets gebeurt ik weet het gewoon!
Het kamermeisje en de kokkin keken overal onderin, de tuinman wist ook nergens van, en de lakei, die riep en schreeuwde er ook nog bij. Zelfs de mensen van het dorp kwamen en zochten en riepen tesamen!
Oh prinsje nog zo klein! waar zou je nu toch zijn?
Na een tijdje vond de prins het wel genoeg geweest en kwam naar beneden heel bedeesd. Hier ben ik riep hij met een zacht stemmetje, ik kon er niets aan doen, mijn auto heeft geen remmetje.
De koningin was zo blij en riep, kom hier mijn zoon, kom dicht bij mij!
Het personeel en het volk? Die kregen een standje en de prins die kreeg een handje.
Hij mocht vanaf toen alle dagen, overal spelen met zijn speelgoedwagen!